Door Raquel Hulst, promovendus bij project ‘Voeding, slaap en bewegen‘
‘Revalideren is topsport’ wordt vaak gezegd. Want net als in de topsport, wordt er door revalidanten dag in dag uit hard getraind om een topprestatie af te leveren. Om goed te (blijven) functioneren is het van belang om na inspanning het lichaam fysiek en mentaal te laten herstellen. Daarvoor zijn voeding en slaap belangrijke ingrediënten.
Ook promoveren lijkt soms net topsport. We worden constant uitgedaagd om goed te presteren, onder vaak hoge werkdruk. Aangezien juist de balans tussen inspanning gevolgd door een periode van rust en herstel ons tot betere prestaties brengt, is het belangrijk dat we naast hard werken ook hard ontspannen. En daarbij hoort voldoende bewegen, goed eten en lekker slapen.
Persoonlijk zijn die drie activiteiten misschien wel mijn meest favorieten bezigheden. Laten we eens de balans opmaken. In mijn vrije tijd kun je mij regelmatig op de tennisbaan vinden, of hangend in de touwen tijdens een potje apenkooien. Niks is fijner dan mijn hoofd leegmaken door te sporten. Sinds de zomer heb ik een nieuwe liefde gevonden waarmee ik flink kan ontladen: Nee, geen Tinder-date, maar een motorfiets! Dat is gáááf…. ik kan letterlijk van mijn zorgen wegrijden!
Maar hoe zit dat tijdens werktijd? Nou, allereerst vind ik dat we te veel zitten. Slecht voor onze gezondheid; we gaan er zelfs eerder dood van. Ik probeer mezelf regelmatig te herinneren om een rondje te lopen en de benen de strekken. Het liefst om cappuccino te halen (maar bij voorkeur niet na 16.00 uur, want dat is niet bevorderlijk voor de slaap). Het schijnt dat het koffieapparaat verderop in de hal lekkerdere melk geeft, dus dat helpt voor de stappen. Maar wat nog beter werkt: samen met je collega’s bewegen! De donderdagen gaan op het Kenniscentrum niet voorbij zonder een halfuurtje tafeltennis en op dinsdagavonden speel ik regelmatig een fanatiek potje badminton met medefanaten van andere afdelingen. De uitwisseling van zweetdruppels en kreten in de sporthal breken de formelere werksferen op en bieden mij de ultieme ontspanning om een werkdag mee af te sluiten.
Dan rest nog het eten en slapen. Voeding scoort beduidend lager, want ontbijten doe ik zelden. En ook van de snoep pot kan ik niet altijd afblijven. Maar, over mijn slaapscore daarentegen mag ik niet klagen. De afgelopen weken heb ik mijn slaap mogen meten via een ‘slaapmatje’ dat onder mijn matras lag en zo mijn ademhaling, hartslag en beweging registreerde. Deze slaapmatjes worden binnenkort ingezet in een slaapstudie bij kinderen met cerebrale parese – zo kunnen we in kaart brengen hoe de slaap is opgebouwd (lichte slaap, diepe slaap, REM-slaap). Mijn slaap blijkt verdomd mooi in balans.
Al met al denk ik dat ik met mijn leefstijlfactoren aardig op weg ben naar de eindstreep. Er blijft natuurlijk altijd ruimte voor verbetering, of je nu topsporter, revalidant of promovendus bent. Gelukkig is het geen race. Ik heb nog wat jaartjes om een optimale balans tussen inspanning en ontspanning te vinden voordat ik mijn gouden medaille (doctorsgraad) in ontvangst mag nemen.