Het herstel van de paretische arm na een CVA kan gemeten worden door patiënt gerapporteerde en observationele uitkomstmaten. Komen de resultaten overeen?
Herstel van een paretische arm na CVA kan worden beoordeeld door een arts (observationeel) of door de patiënt (door de patiënt gerapporteerd). Het is te verwachten dat observationele en door de patiënt gerapporteerde metingen sterk met elkaar overeenkomen. Het doel van deze studie was om vast te stellen of de overeenkomst (match) tussen die metingen anders is 0-3 maanden na een CVA vergeleken met 3-6 maanden na een CVA.
De resultaten lieten zien dat het tijdsbestek na een CVA (0-3 of 3-6 maanden) geen invloed leek te hebben op de overeenkomst tussen de observationele en zelfgerapporteerde metingen: er waren meer overeenkomsten dan verschillen tussen de metingen. Zelfgerapporteerde metingen kunnen worden gebruikt als aanvulling op observationele metingen om het herstel van de arm te beoordelen. Informatie over het vermogen en het gebruik van de paretische arm buiten de behandeling is waardevol voor clinici, omdat het meer inzicht geeft in het perspectief van de patiënt.
Van Lieshout ECC, Visser-Meily JMA, Nijland RM, Dijkhuizen RM, Kwakkel G. Comparison of self-reported clinical measures of improvement in upper limb capacity in patients after stroke. J Rehabil Med. 2020 Mar 3. doi: 10.2340/16501977-2661. [Epub ahead of print]