Sedentair gedrag bij CP en na CVA

Dit project is afgerond

Recentelijk is duidelijk geworden dat niet alleen onvoldoende matig tot intensief bewegen gezondheidsrisico’s veroorzaakt, maar dat dit ook geldt voor langdurig achtereen zitten. Lang en veel zitten wordt sedentair gedrag genoemd en is een ander construct dan beweeggedrag wat matig tot intensief bewegen inhoudt, en beiden brengen gezondheidsrisico’s met zich mee. Sedentair gedrag is nadelig, zelfs wanneer iemand voldoet aan de aanbevelingen voor bewegen d.m.v. lichamelijke activiteit en training.

Van een sedentaire leefstijl is sprake wanneer personen een energieverbruik hebben van minder dan 1,5 Metabolic Equivalent of Task (MET) gecombineerd met weinig spieractiviteit. Volgens de huidige definitie is er sprake van een sedentaire activiteit bij zitten of achterover leunen, omdat het energieverbruik dan onder de 1,5 MET’s blijft. Een sedentaire leefstijl komt helaas veel voor na een CVA en bij volwassenen met CP, en heeft, naast te weinig bewegen, invloed op cardiorespiratoire en functionele uitkomsten.

Uit eerder onderzoek blijkt dat CVA-patiënten 63% tot 87% van hun tijd zittend doorbrengen, terwijl dat voor volwassenen met CP ongeveer 80% is. Tot op heden was de focus wat betreft bewegingsadvies met name gericht op matig tot intensief bewegen. Gezien de gezondheidsrisico’s van sedentair gedrag lijkt het ook nodig het onderbreken van sedentair gedrag aan te pakken. Een belangrijk aspect hierbij is wel dat we niet weten of een CVA-patiënt en een volwassene met CP óók sedentair is tijdens zitten. Een veranderde coördinatie en/of balansproblemen kunnen bijvoorbeeld zorgen voor een hogere spieractiviteit en een hoger energieverbruik tijdens zitten, waardoor deze activiteit niet sedentair is. Daarnaast is het niet duidelijk of staan met (of zonder) hulpmiddel, wat volgens de definitie een niet-sedentaire activiteit is, een lagere spieractiviteit laat zien en minder energie kost. Op de Hoogstraat is gestart met onderzoek dat inzicht gaat geven in het energieverbruik en spieractiviteit bij sedentair gedrag (zitten en liggen) en onderbrekingen daarvan (staan en lopen/rolstoelrijden) bij mensen die een beroerte hebben gehad en bij volwassenen met CP.