Als junior onderzoekers bij het Kenniscentrum Revalidatiegeneeskunde Utrecht leren we al snel hoe belangrijk samenwerking in onderzoek is. Alleen door samen te werken met de mensen waar het onderzoek over gaat, ontdekken we welke vragen echt belangrijk zijn, welke methoden goed werken, wat beter kan. Ook in het project ‘Werk en vermoeidheid bij volwassenen met cerebrale parese (CP)’ leren we veel van onze partners en deelnemers.
In dit project krijgen twintig mensen met CP twee modules over vermoeidheid en slaap. Deze modules bevatten informatie, tips en opdrachten om mee aan de slag te gaan. We meten ook de vermoeidheid en slaap van de deelnemers, met vragenlijsten en meetapparatuur. We willen graag weten wat mensen met CP van de modules en van de meetmethoden vinden. Wat kunnen we in de toekomst verbeteren? Kunnen deelnemers hier makkelijk mee overweg?
Als onderzoeker kan je iets ontwikkelen en een meetmethode bedenken, maar het belangrijkste is wat de mensen hier zelf van vinden. We werken daarom nauw samen met ervaringsdeskundigen tijdens het opstarten, doorlopen en afronden van het project. Ook leren we elke week iets nieuws van onze deelnemers – dit gaat van grote veranderingen tot praktische aanpassingen, zoals het vergroten van het lettertype om opdrachten gemakkelijker in te kunnen vullen.
Afgelopen week kregen we een waardevol bericht van Eva Beerekamp, een deelnemer aan dit project. Ze zei: “Als iedereen doet waar hij goed in is, dan komen we samen wel verder”. Iedereen brengt zijn eigen kennis en ervaring mee. Als we dat kunnen combineren, komen we samen heel ver.
Er wordt al veel gedaan om samenwerking in onderzoek te bevorderen. Zo worden er cursussen georganiseerd, wordt kennis en expertise gedeeld, en worden wij als junior onderzoekers hier goed bij ondersteund door ons team. In de toekomst zal samenwerking en partnerschap een vanzelfsprekend onderdeel zijn van onderzoek.